Chronische stress heeft verstrekkende gevolgen voor ons lichaam en kan leiden tot stressgerelateerde psychiatrische ziekten zoals depressie, die gepaard gaan met veranderingen in het immuunsysteem. Onderzoekers van de Universiteit van Zürich (UZH), het Psychiatrisch Universitair Ziekenhuis Zürich (PUK) en het Icahn School of Medicine in Mount Sinai, New York, hebben een nieuw mechanisme ontdekt dat deze verbanden verklaart.
Ze ontdekten dat stress de hoeveelheid van het enzym matrix metalloproteinase-8 (MMP-8) in het bloed van muizen verhoogt, een verandering die ook wordt waargenomen bij patiënten met depressie. Dit enzym reist van het bloed naar de hersenen, waar het de functie van bepaalde neuronen verandert en leidt tot sociaal terugtrekkingsgedrag bij muizen.
Deze bevindingen zijn om twee redenen vernieuwend. Ten eerste wijzen ze op een nieuw 'lichaam-geest mechanisme' dat relevant kan zijn voor zowel stressgerelateerde geestelijke ziekten als andere ziekten die zowel het immuun- als het zenuwstelsel beïnvloeden. Ten tweede biedt de identificatie van het specifieke eiwit MMP-8 een mogelijk startpunt voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen voor depressie.
Stress leidt tot een toename van een specifiek type witte bloedcellen, monocyten, die MMP-8 produceren en naar het vasculaire systeem van de hersenen migreren, vooral naar de beloningscentra. MMP-8 speelt een rol in de herstructurering en regulatie van de extracellulaire matrix die neuronen in de hersenen omringt. Wanneer MMP-8 het hersenweefsel binnendringt, verandert het de structuur van de matrix en verstoort daarmee de werking van de neuronen. Dit leidt tot gedragsveranderingen bij muizen die vergelijkbaar zijn met symptomen van depressie bij mensen.
Om aan te tonen dat MMP-8 daadwerkelijk verantwoordelijk was voor de gedragsveranderingen, verwijderden de onderzoekers het MMP-8-gen bij sommige muizen. Deze dieren vertoonden niet de stressgerelateerde negatieve gedragsveranderingen die bij de controle muizen werden waargenomen. Bloedanalyses van patiënten met depressie toonden aan dat de bevindingen uit de muismodellen ook relevant zijn voor mensen: zowel de monocyten als MMP-8 waren verhoogd in het bloed van mensen met depressie in vergelijking met gezonde deelnemers.
Veel meer studies zijn nodig voordat de resultaten in de klinische praktijk kunnen worden toegepast. Toch benadrukt Cathomas het belang van de interactie tussen het immuunsysteem en de hersenen in de ontwikkeling van psychiatrische stoornissen. Deze inzichten worden al geïntegreerd in de psychiatrische behandeling van vandaag. Het onderzoeksteam plant nu klinische studies om te onderzoeken in hoeverre het immuunsysteem beïnvloed kan worden door bepaalde gebieden van de hersenen te stimuleren en of veranderingen in de immuuncellen van depressieve patiënten hun gedrag beïnvloeden.
Lees het artikel op de mobiele website