Sinds maart is onzekerheid een woord dat centraal staat. Onzekerheid over de gezondheid van jezelf en je omgeving, stress over je werk en inkomsten, twijfels over hoe morgen en overmorgen er uit gaan zien. In Tijdschrift De Psycholoog deelt sociaal psycholoog Frenk van Harreveld zijn kennis over onzekerheid en hoe mensen hier veelal mee omgaan.
De coronacrisis overheerst ons leven al sinds begin maart. In de zomer leek het even wat weken beter te gaan: er was zelfs ruimte voor een vakantie hier en daar. Het leek echt of Nederland even kon genieten van de zomer, zonder al te veel gedachtes aan COVID-19. Helaas ging het sinds het aflopen van de zomer slechter en slechter en zagen steeds meer mensen de donkere wolk boven hun hoofd hangen.
'Op het moment dat men niet een directe controle over iets heeft, gaan ze op zoek naar een ander houvast, vertelt Van Harreveld in het tijdschrift De Psycholoog. ‘Dat kan door orde en structuur aan te brengen in de dag, maar ook door geloof in sterke anderen, zoals een God, een sterke leider of een sterke overheid. Tijdens deze pandemie moet de overheid goed communiceren om mensen het vertrouwen te bieden waar ze zo’n behoefte aan hebben.’
Om goed te kunnen communiceren, heb je kundigheid nodig. Volgens Van Harreveld kan je aannemen dat op het moment dat het beleid van de overheid minder eenduidig wordt – zoals nu tijdens de tweede golf, in vergelijking met de eerste golf het voorjaar – er niet meer dezelfde zekerheid kan worden geboden. In de eerste golf waren de maatregelen vrij duidelijk: blijf thuis. Nu is het ingewikkelder en is er een onzekerheid wat wel en niet mag.
De zekerheid is dus voor een groot deel weggevallen en mensen gaan op zoek naar andere dingen die hun zekerheid geven: bijvoorbeeld complottheorieën. ‘Dat is ook goed te verklaren, omdat complottheorieën ook orde, structuur en houvast bieden, net als religie, allerlei ideologieën, en niet te vergeten het wetenschappelijk wereldbeeld’, laat Van Harreveld weten.
Tot slot kan juist de onzekerheid ook zorgen voor het wegwuiven van de risico’s. De psycholoog legt uit dat dit te maken heeft met cognitieve dissonantie. ‘Mensen hebben de neiging om hun controle te overschatten. Zo denken de meeste mensen dat de kans dat ze een ongeluk krijgen, kleiner is als ze zelf achter het stuur zitten. Maar als iedereen dat denkt, dan klopt dat natuurlijk niet.’ (foto: Taniadimas/Pixabay)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties