Internist Yvo Smulders schreef onlangs in het NRC een interessant stuk over het placebo-effect en hoe artsen daar mee om kunnen gaan. Uit een onderzoek naar een medicijn met maagklachten bleek dat het placebo-medicijn voor 50 procent verbetering zorgt.
De klachten verbeterden in de echte groep met 60 procent, die wel het medicijn meekregen. 'Conclusie: 10 procent werkelijk effect van het medicijn? Nee, denk ik dan, want in de spreekkamer geef ik het medicijn dat bij 60 procent van de patiënten klachtvermindering geeft. En dat zeg ik dan toch ook?', schrijft Smulders.
'Dat een groot deel van de klachtenvermindering verklaard wordt door suggestie, doet dat ertoe? Nee, zou ik denken, en al helemaal niet als het voorschrijven van nepmedicatie geen alternatief is. En dat is het niet, want het voorschrijven van zuivere placebo wordt doorgaans als onethisch gezien.'
Het is dus zo, des te positiever dat het arts over het medicijn is, des te beter het effect. Maar is dit ethisch? Dat is waar de internist mee worstelt. Andersom kan hij ook weglaten dat je bepaalde klachten kan krijgen, dit wordt nocebo genoemd.
'Het ethische dilemma kondigt zich al aan: als ik de positieve effecten een beetje aandik, werken veel behandelingen beter. Als ik het te verwachten effect ernstig overdrijf, dan komt daar zelfs nóg wat meer bij. Tuurlijk, ik mag niet jokken. Maar als het eerdergenoemde maagtablet door hoge verwachtingen op te roepen nou in bijvoorbeeld 75 procent van de gevallen effectief zou zijn? Jok ik dan als ik die 75 procent klachtenvermindering in het vooruitzicht stel?', vraagt hij zich af.
Verder meldt Smulders dat het andersom ook werkt dus, als je mensen zegt dat ze bepaalde klachten gaan krijgen dan krijgen ze die ook, terwijl als je dat niet meldt, een kleinere groep ook daadwerkelijke die klachten krijgt. Dit is het nocebo-effect. Is dat dan wel ethisch? Verzwijgen?
Smulders probeert zowel aan de positieve kant als aan de negatieve kant wat aan te dikken, zodat hij van zowel het placebo- en nocebo-effect profiteert. 'Ik worstel al met deze dilemma’s sinds ik de collegebanken verliet. Vooralsnog is mijn strategie niet te jokken over getallen, maar scheutig te zijn met ‘sausjes’. Een fijne saus van positiviteit over de gunstige effecten', sluit hij zijn stuk af.
' Iemand met chronische klachten die ik een nieuw medicijn geef, hoort van mij niet ‘probeer dit eens, het verbetert de klachten met gemiddeld 25 procent’, maar eerder ‘ik heb nú toch iets voor u bedacht, dit kan voor u écht het verschil maken…’. Maar ook een scheutig laagje over de bijwerkingen. ‘Die vallen reuze mee, kijk het eerst maar eens aan’ zeg ik dan', aldus Smulders, die er nog niet uit lijkt te zijn of dit nu ethisch is of niet. 'Is dit goed of fout?', vraagt hij aan het eind van zijn artikel maar aan de lezer.
Lees het artikel op de mobiele website