Onderzoek heeft uitgewezen dat 1 op de 2 kinderen een veilige hechtingsstijl laat zien. Uit een meta-studie gepubliceerd in het Psychological Bulletin van de American Psychological Association, dat gegevens uit 285 studies analyseerde met behulp van de Strange Situation Test, bleek dat veilige gehechtheid de meest voorkomende was, met 51,6% van de kinderen die deze hechtingsstijl toonde.
Echter, bijna de helft van de kinderen toonde geen veilige hechtingsstijl aan hun ouders. Specifiek toonde 23,5 procent van de kinderen een gedesorganiseerde hechtingsstijl, 14,7 procent een vermijdende stijl, en 10,2 procent een weerstand biedende stijl.
De verdeling van deze hechtingsstijlen bleek robuust te zijn, en er werden geen significante verschillen gevonden op basis van of de hechting was aan de moeder of de vader, of beïnvloed door de leeftijd of het geslacht van het kind.
Hoewel het positief is dat veilige hechting de meest voorkomende stijl is, is het zorgwekkend dat bijna de helft van de kinderen onveilige hechtingsstijlen vertoonde. De studie gaf enig inzicht in mogelijke redenen hiervoor. Kinderen uit groepen met een hoog sociodemografisch risico, zoals degenen die in armoede leven, hadden een hoger risico op vermijdende en gedesorganiseerde hechtingsstijlen.
Daarnaast hadden kinderen van wie de ouders een psychische aandoening hadden, of die mishandeling hadden ervaren of waren geadopteerd uit pleeg- of institutionele zorg, een grotere kans op gedesorganiseerde hechting. De studie concludeerde dat een veilige hechting tussen kinderen en ouders waarschijnlijker is als kinderen en ouders lagere stressniveaus hebben.
Lees het artikel op de mobiele website