Een transitie-object is een term uit de psychologie die voor het eerst werd geïntroduceerd door de kinderpsychoanalist Donald Winnicott in de jaren '50. Het verwijst naar een object dat een kind gebruikt om de overgang van een totale afhankelijkheid van de moeder (of primaire verzorger) naar een onafhankelijke entiteit te vergemakkelijken.
Het transitioneel object kan een knuffel, deken, of een ander gekozen item zijn dat het kind geruststelt en troost biedt, vooral tijdens momenten van afwezigheid van de moeder of verzorger, zoals slapengaan of tijdens andere scheidingen. Dit object kan het kind helpen bij het ontwikkelen van een gevoel van zelfstandigheid, omdat het als een constante aanwezigheid dient wanneer de moeder of verzorger niet in de buurt is.
Dergelijke objecten worden vaak geassocieerd met rituelen rondom slaap en troost en kunnen voor een kind zeer belangrijk zijn. Ze spelen een belangrijke rol bij het helpen van het kind om de buitenwereld te begrijpen en om te gaan met gevoelens van angst of onzekerheid. Met het ouder worden zullen de meeste kinderen minder afhankelijk worden van hun transitie-objecten, maar sommige mensen behouden hun gehechtheid aan dergelijke objecten zelfs in de volwassenheid, al is het vaak in een andere vorm of betekenis.
In het boek The Child, the Family and the Outside World geeft Winnicott meer uitleg. 'Vanuit het standpunt van het kind zijn de vormen niet zo belangrijk van het object. Het gaat meer om de textuur en de geur die van groot belang zijn, met name de geur. Zodat ouders leren dat de objecten niet zonder straffeloosheid gewassen kunnen worden.'
Het wegnemen van een transitie-object kan erg pijnlijk zijn voor een kind. De kinderpsychiater geeft een voorbeeld waarbij een meisje een soort wollen kledingstuk had toen ze drie jaar was. Deze werd echter acuut weggenomen door de ouders op haar driejarige leeftijd. Ze werd 'genezen' voor het zuigen op haar duimen en ruiken aan het transitie-object. De prijs werd later betaald. 'Ze ontwikkelde een erge compulsieve vorm van nagelbijten samen met compulsief lezen voordat ze naar bed ging. Dit hield op toen ze elf jaar was toen ze werd herinnerd aan de wollen kledingstuk, het patroon dat er bij hoorde en haar liefde ervoor.'
Lees het artikel op de mobiele website