Annemieke verloor haar vader op driejarige leeftijd aan kanker. Ze heeft volgens haar bewustzijn 'nooit haar vader gekend'. Toch liep ze gedurende haar leven tegen een soort gemis op, zo schrijft ze in een ingezonden brief in het NRC Handelsblad. Annemieke hoopt dat mensen zoals zij meer erkend worden in de psychotherapie.
Ze had 'een laag zelfbeeld' en het 'gevoel anders te zijn'. 'Langzaamaan kreeg ik het besef te leven met een groot, ongekend gemis waar ik geen vat op had. Kon ik dan toch iemand missen die ik nooit had gekend?', vroeg ze zich af.
Annemieke ging er voor in therapie, maar trof de verkeerde therapeut (lees hier meer over 'goede therapeuten'). Deze therapeut wuifde het weg toen ze rond haar dertigste door een burnout vroeg of dit misschien met de dood van haar vader te maken had. 'Ik accepteerde het, het was een bevestiging van het beeld dat ik als kind had gekregen', zei ze er over.
Annemieke zegt dat ze dit 'vaker hoort van lotgenoten' dat ze niet serieus genomen worden. Dit terwijl Fins onderzoek er op zou wijzen dat kinderen die ouders verliezen later psychische problemen krijgen. Sterker nog, er zijn zelfs mensen die een tweelingbroertje hebben verloren in de baarmoeder of dat ouders eerder een kind hebben verloren waar ze later in hun leven last van krijgen.
Traumapsycholoog Herman de Monninck laat in het stuk van Annemieke weten dat er een gebrek aan kennis is in de markt. De Monninck vindt dat er meer erkenning nodig is. 'Dat het thema niet de aandacht krijgt die het verdient, is gebaseerd op kennistekort bij professionals. Daardoor kan het gebeuren dat mensen met een depressie, angst of agressie worden geholpen zonder de relatie met het jong ouderverlies te onderkennen', aldus de traumapsycholoog.
Lees het artikel op de mobiele website