Een nieuwe studie heeft aangetoond dat ervaringen met verhuizen tijdens de kindertijd - zowel tussen als binnen achtergestelde of niet-achtergestelde buurten - geassocieerd zijn met aanzienlijk hogere depressiecijfers op volwassen leeftijd. Het onderzoek analyseerde de woonlocaties van bijna 1,1 miljoen mensen geboren in Denemarken tussen 1981 en 2001 die gedurende de eerste 15 jaar van hun leven in het land bleven. Het volgde deze individuen tot in hun volwassenheid en ontdekte dat minstens 35.000 van hen, die nog steeds in Denemarken woonden, een medische diagnose van depressie hadden gekregen.
Mensen die vóór de leeftijd van 15 jaar een aanzienlijk aantal verhuizingen meemaken, hebben volgens een nieuwe studie meer dan 40 procent kans om later in hun leven met depressie te worden gediagnosticeerd. De studie, gepubliceerd in het tijdschrift JAMA Psychiatry, ondersteunde bestaand bewijs door aan te tonen dat individuen die tijdens hun kindertijd in inkomensarme buurten wonen, meer kans hebben - met een factor van ongeveer 10 prodent - om depressie op volwassen leeftijd te ontwikkelen.
Voor het eerst toonde het onderzoek echter aan dat ervaringen met verhuizen tijdens de kindertijd - zowel tussen als binnen achtergestelde of niet-achtergestelde buurten - ook geassocieerd zijn met aanzienlijk hogere depressiecijfers op volwassen leeftijd. Kinderen die tussen de 10 en 15 jaar één keer verhuizen, hebben 41 procent meer kans op een depressiediagnose dan degenen die niet verhuizen. Als een kind tussen de 10 en 15 jaar twee keer of meer verhuist, stijgt het risico tot ongeveer 61 procent. Dit effect is sterker dan het opgroeien in een achtergestelde buurt.
Professor Clive Sabel, professor in Big Data en Ruimtelijke Wetenschap aan de Universiteit van Plymouth en voormalig directeur van het Big Data Centre for Environment and Health aan de Aarhus Universiteit, is de hoofdauteur van de studie. Hij verklaarde: 'We weten dat er een aantal factoren zijn die leiden tot een diagnose van een mentale ziekte. Dit is echter het eerste bewijs dat verhuizen naar een nieuwe buurt tijdens de kindertijd daar één van is, en we geloven dat de aantallen die we zien slechts het topje van de ijsberg kunnen zijn.'
Het onderzoek benadrukt het belang van mondiale beleidsmaatregelen die stabiele kindertijdomgevingen mogelijk maken en ondersteunen, maar die ook rekening houden met regionale en culturele identiteiten. Bepaalde groepen jonge mensen, zoals kinderen in pleegzorg of militaire kinderen, die vaak verhuizen, kunnen mogelijk extra hulp nodig hebben om de ontwikkeling van mentale aandoeningen later in hun leven te voorkomen.
Lees het artikel op de mobiele website