Een nieuwe studie van University College London suggereert dat 30 minuten matig tot intensieve lichamelijke activiteit en minimaal zes uur slaap kunnen leiden tot verbeterde cognitieve prestaties de volgende dag. Het onderzoek benadrukt de verbinding tussen beweging, slaap en hersenfunctie, en toont aan dat deze activiteiten kleine maar opmerkelijke effecten kunnen hebben op geheugen en aandacht.
Dr. Mikaela Bloomberg, de eerste auteur van het onderzoek, legde uit dat fysieke activiteit al lang in verband wordt gebracht met kortetermijnverbeteringen in cognitieve functies en een verminderd risico op dementie. De meeste eerdere studies waren echter laboratoriumgebonden en maten resultaten slechts over enkele minuten tot uren. Dit nieuwe onderzoek onderscheidt zich door echte activiteiten te onderzoeken en te ontdekken dat de cognitieve voordelen mogelijk langer aanhouden dan eerder werd gedacht.
Het onderzoek betrof 76 volwassenen van 50–83 jaar zonder cognitieve stoornissen of dementie, die gedurende acht dagen een versnellingsmeter droegen om hun lichamelijke activiteit en slaappatronen te meten. De deelnemers voerden dagelijks online cognitieve tests uit om hun geheugen, aandacht en verwerkingssnelheid te beoordelen. De resultaten toonden aan dat elke extra 30 minuten matig tot intensieve activiteit gepaard ging met een 2–5 procent verbetering in geheugenscores, waarbij het werkgeheugen consistente verbetering vertoonde, zelfs na correctie voor slaappatronen.
Tegelijkertijd wees het onderzoek uit dat een toename van zittend gedrag met 30 minuten geassocieerd was met een kleine daling in werkgeheugenscores de volgende dag. Slaap speelde ook een cruciale rol: deelnemers die minstens zes uur sliepen, presteerden beter op geheugen, aandacht en reactiesnelheid dan degenen die minder sliepen, onafhankelijk van hun activiteitenniveau.
Bloomberg benadrukte het potentieel van deze bevindingen, vooral voor mensen met milde cognitieve stoornissen, waarbij zelfs kleine verbeteringen in dagelijkse cognitieve prestaties een aanzienlijke impact kunnen hebben op de levenskwaliteit. Ze merkte echter op dat de exacte mechanismen achter deze voordelen nog onduidelijk zijn, omdat de onmiddellijke effecten van neurotransmitters op hersenfuncties naar verwachting slechts enkele uren aanhouden.
De beperkingen van het onderzoek omvatten de uitstekende gezondheid, hoge opleidingsniveaus en al actieve levensstijl van de deelnemers, die mogelijk niet representatief zijn voor de bredere bevolking. Desondanks onderstreept het onderzoek het belang van fysieke activiteit en goede slaap als eenvoudige, dagelijkse strategieën om cognitieve functies te beschermen en onafhankelijkheid te ondersteunen naarmate we ouder worden.
Lees het artikel op de mobiele website