Diverse psychologen gebruiken soms de term 'gezond narcisme'. Maar wat betekent het nu precies en in welke context moet je gebruiken. We gebruiken het boek van Gaby Stroecken 'Het miskende kind in onszelf' om dit nader uit te leggen.
Volgens Stroecken, die weer baseert op Alice Miller, is iemand met een gezond narcisme een persoon met innerlijke vrijheid. 'Personen met een gezond narcisme leven vanuit een sterke kern, ze leven vanuit zichzelf en in de eerste plaats voor zichzelf, ze zijn egocentrisch. De andere kunnen meegenieten van hun levensvreugde.'
Dit delen is een essentieel detail. Want, zo vermeld Stroecken, men gaat dan de relatie aan met anderen vanuit 'een overvloed' en niet 'vanuit een tekort'. 'De gezonde narcist is niet egoïstisch, maar hij leeft wel egocentrisch, dat wil zeggen vanuit zijn kern', aldus de psychologe.
De gezonde narcist leeft in het nu en ervaart behoeften, gevoelens en verlangens als dat wat bij zichzelf hoort en er mag zijn. Iemand met gezond narcisme is helder naar de ander en 'is gescheiden zonder afgescheiden te zijn'. 'Een gezond narcisme houdt in dat we onze eigen gevoelens kunnen laten bestaan, kunnen beleven, kunnen uiten, los van de vraag of we daardoor geliefd of afgewezen worden.'
Waarbij ze in het boek nog een mooie aanvulling maakt en relatie toevoegt met eenzaamheid. Mensen die zich vaak eenzaam voelen, leven niet in hun gezond narcisme. Dat zijn vaak gevoelens uit het verleden, behorend tot het onechte ik. 'Vanuit een gevoel van eigenwaarde kunnen we blij, bedroefd, vertwijfeld, hulpbehoevend zijn. We kunnen alleen zijn zonder eenzaam te zijn.'
Hoe ontstaat gezonde narcisme? Door een veilige hechting met de moeder in de vroegste jaren. Als het kind bevestigt is in zijn of haar gevoelens en niet verwaarloosd, dan leert het er op te vertrouwen dat zijn of haar gevoelens er mogen zijn. Er is dan voldoende bodem om met andere mensen in contact te gaan. Als dit niet zo is, dan kan ongezond narcisme ontstaan en worden gevoelens van het verleden vaak gemengd met vandaag, waardoor een persoon 'vanuit een tekort', de psychologische wond, in contact komt met anderen.
Dit tekort is wat er in de jeugd ontbrak in de relatie met de opvoeder. De persoon kan overmatig behoefte hebben aan bevestiging, aan goedkeuring, aan waardering of aan liefde. Vaak worden kinderen van deze mensen 'met een tekort' weer de dupe van deze behoeften die niet vervuld worden. Want de kinderen moeten, hulpeloos als ze zijn, onbewust deze gaten opvullen.
Lees het artikel op de mobiele website