Een nieuwe studie toont aan dat 'geschreven exposure therapie' (written exposure therapy, WET), een aanvulling op prolonged exposure therapy (PE), effectief is in de behandeling van personen met een trauma oftewel PTSS-patiënten.
In een studie van het National Center of PTSD in Boston, uitgevoerd door psychologe Denise Sloan, deden 178 veteranen mee aan een onderzoek gedurende een half jaar lang. De geschreven exposure therapie bleek zelfs effectiever te zijn dan de prolonged exposure therapy. Deze sessies zijn korter met gemiddeld 45-60 minuten versus 90 minuten voor prolonged exposure therapy.
In vijf van de WET-sessies schreef de persoon 30 minuten lang over hun trauma. Ze concentreerden zich op de gevoelens en gedachten die ze hadden tijdens het trauma voor de eerste drie schrijfsessies; de laatste twee richtten zich op hoe de gebeurtenis hun leven had beïnvloed.
Uit het onderzoek komt naar voren dat zowel de geschreven methode als de uitgebreidere prolonged exposure therapy (PE) de klachten van PTSS significant verlagen. Na zeven maanden voldeed 40 procent van de groep niet meer aan de criteria om PTSS vast te stellen.
Maar er kwam een aanzienlijk verschil tussen de behandelingsgroepen naar voren wat betreft uitval: Het percentage voor de PE-groep (35,6 procent) was bijna driemaal zo hoog als dat van de WET-groep (12,5 procent). Het overgrote deel van degenen die uitvielen bij PE (30 van de 32) deed dit voor de zevende sessie, wat aantoont dat de hogere uitval niet geweten kan worden aan het feit dat PE een langere behandeling was in vergelijking met WET.
Interessant is dat ook dit onderzoek eigenlijk haaks staat op wat invloedrijke trauma-experts als Bessel van der Kolk (The Body Keeps the Score) en Peter Levine pretenderen. Namelijk dat herbeleven van de emoties gevaarlijk is en alleen in stappen gedaan kan worden (penduleren volgens Levine). Anders raakt de patiënt volgens Levine mogelijk gehertraumatiseerd. Van der Kolk benadrukt in The Body Keeps the Score dat praattherapie (lees PE) niet werkt tegen een psychotrauma.
Peter Levine, oprichter van de somatische therapie Somatic Experiencing, in De stem van je lichaam: 'Een 'frontale aanval' op weerstand leidt zeer waarschijnlijk tot intensivering of tot een rigoureuze aanpak. Plotselinge verwoesting van een afweermechanisme leidt meestal tot overweldiging, chaos en mogelijke hetraumatisering.'
Levine probeert eerst zijn patiënten een gevoel van veiligheid te geven in zijn of haar lichaam voordat het in de therapie gaat naar de beangstigende gevoelens. Het heen en weer gaan tussen veiligheid en onveiligheid heet penduleren. Over een patiënte zegt hij: 'Ze kan nu een stapje terugzetten en 'eenvoudigweg' deze moeilijke, ongemakkelijke, fysieke gewaarwordingen en beelden observeren zonder erdoor overmeesterd te worden.'
Waarom de methoden van Levine en Van der Kolk volgens hen werkt en wetenschappelijk bewijs het tegenoverstelde beweert is niet duidelijk. Het kan zijn dat er ook een verschil zit in effectiviteit van de aanpak. Dat het wetenschappelijk bewijs bijvoorbeeld nu veertig procent effectiviteit haalt en de meer lichaamsgericht aanpakken van Van der Kolk en Levine een hoger percentage behalen. Of andersom.
Lees het artikel op de mobiele website