Een aantal weken geleden verschenen er twee verhalen op InDeSpiegel over twee vrouwen die maandenlang op de wachtlijst kwamen te staan voor psychologische hulp. Deze verhalen zijn slechts een voorbeeld van de situatie in de ggz in Nederland. Maar waar gaat het nu mis? En hoe kan het anders? GZ-psycholoog Eugène Oostvee legt het uit.
Zelf is Oostvee al jaren psycholoog. Hij heeft inmiddels zijn eigen praktijk en een online platform waar hij vooral bezig is met preventie van psychologische problemen. Het werk in zijn praktijk omschrijft hij met de aanpak van een huisarts: hij behandelt veel verschillende problemen en richt zich op hulp van korte duur. Maar toch zit er een groot verschil in hulp krijgen van een huisarts en hulp krijgen van een psycholoog: ‘Als je zou moeten wachten voor een afspraak bij de huisarts zou je raar opkijken, terwijl dat bij de ggz heel normaal is geworden’, stelt Oostvee.
Voor de wachttijden in de ggz zijn er afspraken gemaakt tussen de zorgverlener en -verzekeraar. De aanmeldwachttijd is de tijd tussen eerste contact van de cliënt tot aan de intake, en zou beperkt moeten zijn tot vier weken. De behandelwachttijd is de tijd tussen de intake en de start van de behandeling, en zou beperkt moeten zijn tot tien weken. Maar in realiteit wordt die tien weken voor de behandelwachtijd vaak niet gehaald. RTL Nieuws deed een maand geleden een onderzoek naar een aantal ggz-instellingen in Nederland en concludeerde daaruit dat de gemiddelde wachttijd rond de dertig weken lag.
Waar dat door komt, heeft volgens Oostvee te maken met drie prominente redenen: ‘Ten eerste zijn er te weinig gekwalificeerde psychologen en als ze er wel zijn is de kans groot dat de behandelingen steeds complexer worden, waardoor het moeilijk blijft om iedereen te behandelen.’ Daarnaast maakt het proces van iemand behandelen het ingewikkeld: ‘Vroeger hoefde ik geen stoornis vast te stellen en kon ik gewoon de behandeling starten, maar nu hebben mensen veel complexere diagnoses. Alleen gespecialiseerde psychologen, waarvan er te weinig zijn, mogen mensen met complexe diagnoses helpen, waardoor iemand vaak op een lange wachtlijst komt te staan.’
Ook is er zoiets als een budgetplafond, wat het moeilijker maakt om iedereen de juiste én genoeg hulp te bieden. ‘Als psycholoog word ik betaald voor een maximaal aantal gesprekken. Ik kan hierbij wel meer gesprekken met de cliënt doen, maar dan krijg ik er niet voor betaald, overschrijd ik het budget en moet ik het uit eigen zak betalen. Maar je kan ook niet halverwege een therapietraject zeggen: we stoppen ermee, want er is geen budget meer.’
Het te weinig hebben van gekwalificeerde psychologen, het moeten vaststellen van stoornissen en het budgetplafond zorgen ervoor dat niet iedereen goed genoeg geholpen kan worden en dat de wachtlijsten alleen maar groeien. ‘Mensen die dapper genoeg zijn om de stap te nemen om hulp te zoeken krijgen te horen: ‘U komt op de wachtlijst te staan’. Heel veel psychologen vinden het prettig om de wachtlijst te hebben, want het kan voelen als een buffertje - er is immers altijd werk op die manier. Maar ik vind het allesbehalve fijn, want de mensen die erop staan hebben geen gezicht. Ze hebben een labeltje en moeten vervolgens maanden wachten op hulp. Wachten is het slechtste wat er is. We moeten het ook geen wachtlijst noemen, want het zijn mensen op een wachtlijst en daarnaast, wordt iedereen eromheen erdoor door beïnvloed.’
Maar op dit moment lijkt er nog geen einde te komen aan het groeiend aantal mensen dat wacht op hulp. Hoewel Oostvee denkt dat oplossingen als niet meer denken in stoornissen, mensen laten realiseren dat ze betalen voor hun eigen zorgkosten en meer samenwerking een beetje kunnen helpen, gelooft hij er nu niet in dat de wachttijd echt gaat afnemen in de toekomst. ‘In de toekomst komen er steeds meer mensen, komt er een ander tijdsbeeld en worden mensen ook steeds ongelukkiger. Als er efficiënter wordt gehandeld binnen de ggz, kan het zijn dat de wachttijden wat korter worden, maar of ze helemaal verdwijnen durf ik niet te zeggen.’
Met zijn eigen online business, De Zelfbeeld Psycholoog, pakt Oostvee het dan ook anders aan. In plaats van behandelen als mensen zich al niet goed voelen, richt hij zich op preventie. Immers het voorkomen van ziektes of stoornissen, zal zorgen voor een mindere hulpvraag in de toekomst. ‘Op mijn Instagram focus ik mij compleet op preventie en laagdrempelige onderwerpen. Ik post niet over psychologie, maar houdt het bewust laagdrempelig met onderwerpen als beweging, ontspanning, gezondheid en zelfbeeld. Ik vind het belangrijk om de focus op preventie te leggen, om te zorgen dat mensen niet meer komen op het punt van een depressie.’
Om ons live blog te volgen, klik hier.Lees het artikel op de mobiele website