Als er geen succesvolle hechting of binding is geweest in de jeugdjaren zijn we geneigd om soms aan onszelf te twijfelen. Deze moral defense van Ronald Fairbairn is een logisch gevolg van geen liefdevolle binding tussen de ouder en het kind. Als die er niet is, dan rest het voor het kind niet anders dan de schuld op zichzelf nemen. Immers, het is afhankelijk van zijn of haar ouders en als die slecht zouden zijn, hoe moet je dan overleven?
Uiteindelijk wordt de niet liefdevolle binding samen met de verwachtingen van de ouders opgeslagen in het superego, waar vervolgens de innerlijke criticus ontstaat. Deze verwacht heel veel, zet jezelf onder druk en haalt jezelf onderuit. Maar we zijn volwassen, we hebben die criticus niet meer nodig, we kunnen zelf bepalen wat redelijk is of niet.
Waarom staan we die innerlijke criticus nog toe? John Welwood probeert in het boek Liefde geven, liefde ontvangen antwoord te geven. 'In de mate dat we niet weten dat we intrinsiek beminnelijk zijn, geloven we niet dat liefde ooit vanzelf naar ons toe zal komen. In plaats daarvan geloven we dat iets moeten doen om onszelf aanvaardbaar te maken.'
Hij vervolgt: 'We willen onszelf dwingen om beter te zijn en onszelf opzwepen om in vorm te zijn. Daarom huren we een inwonende criticus in om in de gaten te houden hoe we het doen. Als we kunnen bewijzen dat we het waard zijn, dan wordt er misschien van ons gehouden', is de treurige conclusie die Welwood trekt.
Daarmee komt hij uiteindelijk op een belangrijk punt, waar mensen die te veel Valse hoop in zich hebben, afgaand op het afweermechanisme dat is toegepast in de Past Reality Integration. Ze denken dat ze hun best moeten doen om gewaardeerd en geliefd te worden. Alle activiteiten die daardoor gedaan worden, hebben een verkeerd vertrekpunt. 'Pogingen om goed te zijn kunnen nooit leiden tot een veilig gevoel van innerlijke waarde, omdat deze inspanning er van uitgaat dat we niet goed genoeg zijn.'
Oftewel, dat je dat zou willen, door liefde te krijgen om te presteren, betekent al dat er zelfhaat in je zit. Dat je het op deze manier wil corrigeren betekent volgens Welwood 'dat de zelfhaat alleen maar wordt versterkt'. Dat je denkt dat je het niet waard bent, zorgt ook voor problemen met intimiteit. Waarbij het moeilijk is om anderen echt toe te laten. 'Wanneer we niet van onszelf houden, is het heel moeilijk om anderen echt van ons te laten houden.'
Dat wil zeggen dat je niet moet gaan presteren om van jezelf te houden. Dat je daarmee de zelfhaat sterker maakt. En dat je om in een intieme relatie succesvol te zijn je allereerst van jezelf moet houden en zelfhaat weg dient te werken, anders kan je volgens Welwood nooit de ander dichtbij genoeg laten komen. En dan kiezen we liever voor iemand die emotioneel onbeschikbaar zijn, zodat we kunnen hopen dat die alsnog beschikbaar gaat worden, zoals dat in de kindertijd met de relatie met de ouders ook is geweest. Dit valt in de psychologie onder herhalingsdwang.
Lees het artikel op de mobiele website