De 'moral defense' is een concept uit de objectrelatietheorie van de Schotse psychoanalyticus W. Ronald D. Fairbairn. Fairbairn's theorieën, ontwikkeld in de jaren '40 en '50 van de vorige eeuw, richtten zich op de aard van de relaties tussen het zelf en de anderen, vooral de emotionele banden die in de kindertijd worden gevormd. Zijn ideeën worden beschouwd als enkele van de grondslagen van de moderne objectrelatietheorie.
Fairbairn zag het ontwikkelingsproces van het kind als fundamenteel gerelateerd aan de relaties die het kind opbouwt met belangrijke anderen, vooral de ouders. In tegenstelling tot Freud, die de nadruk legde op driftmatige ontwikkeling (zoals seksuele en agressieve driften), stelde Fairbairn dat kinderen primair gemotiveerd worden door de behoefte aan relaties met anderen. Hij geloofde dat psychopathologie ontstaat uit verstoorde of onbevredigende relaties met deze primaire objecten, en niet zozeer uit conflicten tussen driften en maatschappelijke normen.
De 'moral defense' speelt een cruciale rol in dit kader. Volgens Fairbairn gebruiken kinderen morele verdediging om hun ouders te beschermen tegen hun eigen negatieve percepties. Als een kind bijvoorbeeld voortdurend afgewezen of genegeerd wordt door zijn ouders, kan het deze ervaringen internaliseren door te geloven dat het zelf slecht of onwaardig is, in plaats van te erkennen dat de ouderlijke zorg tekortschiet. Dit mechanisme helpt het kind om het idee in stand te houden dat de ouders goed en liefdevol zijn, wat essentieel is voor het kind om zich veilig te voelen en om te overleven. Als het kind zijn ouders zou afwijzen, zou het zijn of haar overleving op het spel zetten.
De 'moral defense' dient dus als een beschermend mechanisme dat de illusie van een veilige en liefdevolle relatie met de ouders in stand houdt, zelfs als het bewijs van het tegendeel duidelijk is. Dit mechanisme helpt bij het handhaven van een essentieel gevoel van veiligheid en stabiliteit, maar het kan ook leiden tot zelfschuld en een verstoorde zelfperceptie, omdat het kind zichzelf de schuld geeft van de tekortkomingen in de ouderlijke zorg.
In therapie is het herkennen van deze 'moral defense' en het begrijpen van de rol die het speelt in de zelfperceptie van de cliënt, essentieel. Door het aanpakken van deze diepgewortelde overtuigingen kunnen therapeuten helpen bij het herstructureren van het zelfbeeld van de cliënt en het verbeteren van hun interpersoonlijke relaties. Dit proces omvat vaak het opnieuw beoordelen van het verleden van de cliënt om een meer realistisch beeld van de ouderlijke capaciteiten en het eigen zelf te ontwikkelen.
Fairbairn is onderdeel van de gedachtegoed van de objectrelatietheorie. Objectrelatietheorie is een psychologische en psychoanalytische benadering die stelt dat de menselijke psyche voornamelijk wordt gevormd door de relaties die we in onze vroegste kinderjaren met belangrijke anderen (objecten) hebben.
Deze theorie, die voortbouwt op het werk van Freud, focust op de interacties tussen het zelf en anderen, en hoe deze relaties invloed hebben op onze emotionele, sociale en psychologische ontwikkeling. Volgens de objectrelatietheorie zijn deze relaties cruciaal voor de vorming van onze identiteit, ons vermogen tot intimiteit, en onze algemene mentale gezondheid. Het legt een bijzondere nadruk op hoe we interne representaties van anderen vormen en onderhouden, die ons gedrag en ons emotioneel welzijn beïnvloeden.
Bekende psychologen die onder deze groep vallen zijn onder andere Melanie Klein, Donald Winnicott, Otto Kernberg, John Bowlby en dus Fairbairn. Meer details over de gedachtegoed vind je op de Wikipedia van de objectrelationstheorie.
Lees het artikel op de mobiele website