Diverse traumatherapeuten, waaronder Peter Levine en Arthur Janov, verwijzen in hun boeken en podcasts naar het driedelige breinmodel van Paul Maclean uit 1956. In dit artikel beantwoorden de vraag wat nu precies dit driedelige brein is. Ook zetten we op een rijtje wat de gangbare kritieken zijn op het 'triune brain' van Maclean. Uit eindelijk blijkt het model verouderd te zijn en is 'het adaptive brain' een betere duiding van de hersenen.
Het driedelige breinmodel van Paul MacLean, ook bekend als de 'Triune Brain' theorie, is een model voor de evolutie van de hersenen. Het stelt dat het menselijk brein uit drie delen bestaat die overeenkomen met verschillende stadia van evolutionaire ontwikkeling:
- Reptielenbrein (Reptilian Brain): Dit is het oudste en meest primitieve deel van het brein. Het omvat structuren zoals de hersenstam en het basale ganglia. Dit deel van het brein is verantwoordelijk voor instinctieve overlevingsfuncties, zoals vecht- of vluchtreacties, territoriumdrift en dominantiegedrag.
- Paleomammalisch brein (Paleomammalian Brain): Dit deel wordt ook wel het limbische systeem genoemd. Het bevat structuren zoals de amygdala, hippocampus en hypothalamus. Het limbische systeem speelt een cruciale rol in emoties, het geheugen en bepaalde sociale en ouderlijke gedragingen.
- Neomammalisch brein (Neomammalian Brain): Dit deel bestaat voornamelijk uit de neocortex, een relatief recente ontwikkeling in de evolutie van de hersenen. De neocortex is betrokken bij complexere functies zoals redeneren, abstract denken, planning, taal en bewustzijn.
MacLean's theorie benadrukt dat deze drie delen van het brein in verschillende stadia van de evolutie zijn ontstaan en verschillende functies vervullen, maar samenwerken om een volledig spectrum van menselijk gedrag en cognitieve functies te vormen.
Het model kan door traumatherapeuten gebruikt worden om eenvoudig uit te leggen wat complexe hersenprocessen zijn en om bijvoorbeeld de vecht-en-vlucht-reactie uit te leggen. Het reptielenbrein is verantwoordelijk voor deze vecht-of-vlucht-reactie volgens het model van Maclean. Hoewel het model nuttig kan zijn in een therapeutische setting als een manier om complexe concepten te vereenvoudigen, is het belangrijk dat therapeuten en cliënten zich bewust zijn van de beperkingen en de kritiek op het model.
Kritiek op model van Maclean
De theorie van het triune (driedelige) brein van Paul MacLean heeft door de jaren heen aanzienlijke kritiek gekregen van verschillende neurowetenschappers en psychologen. Deze kritiek richt zich voornamelijk op een aantal kernpunten:
- Oververeenvoudiging van hersenfuncties: Veel critici stellen dat MacLean's model de complexiteit en onderlinge verbondenheid van hersenfuncties te sterk vereenvoudigt. De hersenen werken niet in strikt gescheiden 'lagen' zoals het triune model suggereert, maar als een sterk geïntegreerd netwerk waarbij verschillende delen samenwerken.
- Evolutionaire onnauwkeurigheden: Evolutiebiologen en neurowetenschappers hebben kritiek geuit op het idee dat de menselijke hersenen duidelijk afgebakende delen hebben die overeenkomen met onze evolutionaire voorouders. De evolutie van de hersenen is veel complexer en minder lineair dan het model suggereert.
- Gebrek aan empirisch bewijs: Sommige aspecten van MacLean's theorie zijn moeilijk te testen of te onderbouwen met empirisch bewijs. Dit heeft geleid tot kritiek dat het model meer speculatief is dan gebaseerd op concrete wetenschappelijke bevindingen.
- Verkeerde interpretatie van hersenstructuren: MacLean's interpretaties van de functies van bepaalde hersenstructuren, zoals het limbische systeem en de neocortex, worden als te simplistisch of zelfs incorrect beschouwd, gezien het huidige begrip van deze structuren.
Tegenwoordig spreekt men liever van 'een adaptive brain' (Steffen, Hedges & Matheson, 2022). 'Gebaseerd op een beter begrip van hoe de hersenen werken, stellen we voor om 'het drieledig brein' te vervangen door een term die het huidige begrip van hersenfuncties beter weergeeft: het adaptieve brein. In dit concept benadrukt de term adaptieve brein de onderlinge afhankelijkheid en plasticiteit van hersengebieden en het vermogen van de hersenen om toekomstige behoeften en omstandigheden te voorspellen en zich daaraan aan te passen', concluderen Steffen, Hedges & Matheson.
Ze vervolgen: 'In plaats van drie relatief onafhankelijke hersengebieden, of een willekeurig aantal onafhankelijke hersengebieden, werken hersennetwerken samen op een onderling afhankelijke manier; in plaats van puur 'emotionele circuits' of 'cognitieve circuits', gebruikt het brein onderling verbonden netwerken om het onderhoud van de interne staat van het lichaam, emotie en cognitie te optimaliseren om zich aan te passen aan continu veranderende behoeften.'
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties