Steeds meer mensen zijn positief over familieopstellingen. Maar de wetenschap is nog uiterst voorzichtig en kritisch naar de methode. Bert Hellinger begon er mee in de 20e eeuw, tegenwoordig gebruiken psychologen als Franz Ruppert de methoden van Hellinger. Maar hoe betrouwbaar is het?
Salome Scholtens gaat voor de Rijksuniversiteit van Groningen op zoek naar bewijs. 'Ik zág dat de methode werkte, maar de wetenschapper in mij wilde bewijs. Alleen: er werd geen onderzoek naar gedaan. Dus toen ben ik me er zelf maar in gaan verdiepen, om het onderwerp wetenschappelijk op de kaart te zetten', zegt ze tegen NRC.
Bij een familieopstelling worden er representanten (mensen) gebruikt om de omgeving (familie) van een patiënt te weerspiegelen. Zij gaan zich, al dan ingegeven door de therapeut, op een bepaalde manier gedragen waardoor de verhoudingen in de familie ten opzichte van de patiënt duidelijker worden. 'Alles met als doel om jou meer inzicht te geven in je sociale structuur en in de patronen en dynamieken die daaruit kunnen zijn ontstaan', licht Scholtens toe.
Wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt
Hoewel men in de praktijk merkt dat het werkt, zijn de wetenschap en daarmee de zorgverzekeraars nog voorzichtig. Het is nog niet evidence-based en dat is nodig voor een volledige vergoeding. 'Dat zie je wel vaker met therapieën: eerst wordt in de praktijk duidelijk dát iets werkt, en pas daarna waaróm iets werkt. Denk bijvoorbeeld aan meditatie. Dat bestond al duizenden jaren, en op een gegeven moment raakten wetenschappers erin geïnteresseerd en ontstond mindfulness.'
'Hoewel opstellingen steeds algemener worden, hangt er nog altijd die mystieke zweem omheen. Samen met andere wetenschappers die zich bezighouden met systeemopstellingen – iemand uit Finland, uit Duitsland, uit Canada – willen we de methode doorgronden en onderzoeken. Zo hopen we bij te dragen aan het demystificeren ervan.'
Maar ook wetenschappelijke tijdschriften zijn nog niet happig op de familieopstellingen. Ze zijn bang om hun reputatie als betrouwbaar medium te verliezen. 'Publiceren is soms wel lastig. Sommige tijdschriften zijn terughoudend om over het onderwerp te publiceren omdat het niet wetenschappelijk onderbouwd is, en tegelijkertijd kunnen we het nog niet goed wetenschappelijk onderbouwen omdat er vrijwel niets over gepubliceerd is. Een klassiek kip-en-eiverhaal. Daarnaast is er voor dit onderzoek geen groot budget, omdat het zo pril is. De betrokken wetenschappers doen het onderzoek naast hun reguliere baan. Ik heb bijvoorbeeld een aanstelling als universitair docent en trainer, ik doe het onderzoek er zo’n beetje bij', aldus Scholtens.
Literatuurstudie familie opstellingen
Ze doet nu een literatuurstudie naar familieopstellingen. Van de twaalf gevonden onderzoeken is er volgens haar bij negen bewijs gevonden voor significante verbeteringen. 'Maar de meeste van die onderzoeken hadden geen controlegroep – dus een groep die een andere behandeling of geen behandeling kreeg. Om de methode echt wetenschappelijk te onderbouwen zijn meer van zulke effectiviteitsstudies nodig, met voor- en nametingen én een controlegroep.'
Ook is nog niet bekend hoe lang het effect aanwezig was van de familieopstelling op de patiënt. Toch zijn er in de praktijk wel resultaten behaald. 'Deelnemers geven vaak aan dat ze zich na afloop van een opstelling minder slachtoffer van de omstandigheden voelen. Hun self-efficacy – het vertrouwen in hun eigen mogelijkheden – wordt groter. Ook verplaatsen ze zich makkelijker in hun andere familieleden en verbreden ze zo hun blik op de situatie.'
Gerelateerde links:
- Bert Hellinger (Wikipedia)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties