Vroeger was het makkelijk om jezelf te verliezen in een dagdroom, maar wie ouder wordt merkt dat het moeilijker en moeilijker wordt om echt op te gaan in je gedachten. Dit komt omdat het ‘dagdroom onderdeel’ van onze cognitieve gereedschapskist onderontwikkeld is, beschrijft Erin Westgate, een professor in de psychologie van de Universiteit van Florida, op de website van de universiteit.
Het klinkt heel simpel: dagdromen. Maar het is verrassend veeleisend en cognitief belastend. Daarom is Westgate een onderzoek gestart om mensen het dagdromen te helpen heroveren. In een onderzoek dat deze week in het tijdschrift Emotion is gepubliceerd, geven Westgate en collega’s Timothy Wilson, Nicholas Buttrick en Rémy Furrer van de Universiteit van Virginia en Daniel Gilbert van de Harvard Universiteit de deelnemers opdracht om zinvolle gedachten te bedenken. Westgate verwachtte dat dit de denkers naar een lonende ervaring zou leiden, maar ze vonden het eigenlijk minder leuk dan hun ongeleide gedachten.
Het bleek dus dat wanneer mensen worden aangespoord om voor de lol na te denken in plaats van voor de betekenis, hebben we de neiging om standaard oppervlakkige genoegens te gebruiken, zoals het eten van ijs, die niet dezelfde effecten hebben als prettige maar ook zinvolle gedachten. Maar toen Westgate de deelnemers een lijst met voorbeelden gaf die zowel prettig als zinvol waren, vonden ze het leuk om 50 procent meer na te denken dan wanneer ze de opdracht kregen om na te denken over wat ze maar wilden.
Tegengif
Maar dagdromen is niet alleen goed voor het brein, het kan ook een ‘tegengif’ zijn tegen verveling. Zeker in tijden van corona, is er een stuk minder te doen en raken mensen sneller verveeld. En wanneer mensen verveeld zijn gaan ze sneller pesten, ‘trollen’ of sadistisch gedrag vertonen, stelde Westgate haar onderzoek vast. Zo deed ze een onderzoek waarbij de deelnemers insecten doodden (de insecten werden niet echt gedood, maar dat was niet bekend bij de deelnemers) met een koffiemolen zodat ze minder verveeld waren.
‘Gewoon verveeld’ zijn, was dus heel moeilijk voor deze deelnemers. Ze ‘vermoordden’ liever een insect dan zich te vervelen. Dagdromen zou hier een hele goede uitkomst voor zijn, omdat het zorgt dat de tijd sneller gaat en het biedt een goede afleiding. Maar hoe dagdroom je nu precies? Westgate verzamelde in haar onderzoek een aantal tips om het dagdromen weer onder de knie te krijgen.
Dagdroom tips
Het belangrijkste is, aldus Westgate, om erop te vertrouwen dat het mogelijk is om een goede ervaring te hebben als je je hersenen voorbereidt op onderwerpen die je prettig zult vinden. Dit kan moeilijk zijn, dus maak je geen zorgen als het niet een-twee-drie lukt. Bedenk waarom het moeilijk is en wat het gemakkelijker kan maken. ‘Het bemoedigende is dat we allemaal beter kunnen worden’, stelt Westgate.
Daarbij is het belangrijk om dingen plannen niet te verwarren met denken voor je plezier. Uit het onderzoek van Westgate bleek dat mensen zeggen dat ze plannen leuk vinden, maar als dit wordt onderzocht en getest, bleek het dat ze er helemaal geen plezier aan hadden. Tot slot is het goed om het juiste moment te kiezen. Onderzoek toont aan dat we de meeste kans hebben om te dagdromen als onze geest minimaal bezig is met iets anders, zoals douchen of tandenpoetsen. Westgate geeft de tip om bijvoorbeeld een keer te gaan wandelen zonder je telefoon en in plaats van dat, te gaan dagdromen.
Terwijl je je vermogen om te dagdromen opbouwt, heb je tijdens stressvolle tijden een bron van leuke gedachten tot je beschikking, zegt Westgate. ‘Wat we voelen, is een functie van wat we denken. Denken voor plezier kan een krachtig hulpmiddel zijn om onze emoties vorm te geven.’
(Foto: Pexels/Christian Diokno)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties