Uit nieuw onderzoek gepubliceerd in het Journal of Psychiatry and Neuroscience blijkt dat de verwerking van visuele informatie verandert bij mensen met een depressie. Dit ‘fenomeen’ heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de manier waarop informatie verwerkt wordt in de hersenschors.
In de studie werd de verwerking van visuele informatie door depressieve patiënten vergeleken met die van een controlegroep door gebruik te maken van twee visuele tests. In de visuele testen vergeleken de proefpersonen de helderheid en het contrast van eenvoudige patronen.
Testen
Uit die twee testen kwam dat de depressieve patiënten het contrast van de getoonde beelden anders waarnamen dan niet-depressieve personen. Dit was een verrassing voor Viljami Salmela, onderzoeksmedewerker aan de Academie van Finland. Depressieve patiënten zagen de visuele illusie in de patronen als zwakker, en bijgevolg het contrast als iets sterker, dan degenen bij wie geen depressie was vastgesteld. Het contrast werd met ongeveer twintig procent onderdrukt bij niet-depressieve proefpersonen, terwijl het overeenkomstige cijfer voor depressieve patiënten ongeveer vijf procent was.
Meer inzicht
Het identificeren van de veranderingen in de hersenfunctie die ten grondslag liggen aan psychische stoornissen is belangrijk om meer inzicht te krijgen in het ontstaan van deze stoornissen en in de manier waarop effectieve therapieën ervoor kunnen worden ontwikkeld. Daarom achten de onderzoekers het noodzakelijk verder onderzoek te verrichten naar de veranderde verwerking van visuele informatie door de hersenen als gevolg van depressie.
Het is daarom ook het plan om meer onderzoek naar de bruikbaarheid van de visuele testen te doen. Op die manier zouden ze bijvoorbeeld kunnen dienen als een extra hulpmiddel bij het beoordelen van het effect van verschillende therapieën naarmate de behandeling vordert. ‘Depressie kan echter niet worden geïdentificeerd door het testen van visuele perceptie, omdat de waargenomen verschillen klein zijn en zich specifiek manifesteren bij het vergelijken van groepen’, benadrukt Salmela wel. Maar het zou wel kunnen helpen bij groepen die al gediagnosticeerd zijn.
(Foto: Pexels/Liza Summer)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties