De meeste mensen zijn er naar op zoek: sociale validatie. Maar laten we ons leven tegenwoordig te veel beïnvloeden door de mening van anderen? Is het soms niet beter om ook naar je eigen mening te luisteren? Geven we te veel om sociale status? Grote denkers van weleer zijn van mening dat je je leven niet moet laten leiden door de mening van anderen.
De Romeinse keizer Marcus Aurelius schreef het boek Meditaties als een manier om tot zelfverbetering te komen. Aurelius merkte op dat mensen soms hun hele leven laten beïnvloeden door de mening van anderen:
"Het blijft me verbazen: we houden allemaal meer van onszelf dan van andere mensen, maar geven meer om hun mening dan om de onze."
Iets wat volgens Aurelius ons zeker niet altijd ten goede komt. Op bepaalde momenten is het zeker belangrijk om een open vizier te houden en kritiek of andere meningen tot je door te laten dringen, maar je moet niet je gehele leven laten beïnvloeden door andermans meningen.
De Romeinse keizer Aurelius zag toen al enkele zaken, die vandaag de dag nog steeds actueel zijn, heel scherp. Ook tegenwoordig speelt sociale validatie en acceptatie een belangrijke rol in ons leven. We maken ons, te vaak, zorgen over hoe anderen over ons denken. Volgens psychiater en psycholoog Carl Jung beïnvloedt dit uiteindelijk de ontwikkeling van mensen. Jung maakte zich namelijk zorgen dat mensen alleen maar gefocust zijn op de ‘externe wereld’ en daardoor de ‘interne wereld’ verwaarlozen. Mensen zijn alleen opzoek naar sociale validatie en goedkeuring maar vergeten de zelf-validatie, aldus Jung. Te veel mensen zijn puur en alleen gefocust op de ‘externe wereld’; wat voor status hun baan heeft, materiële eigendommen, geld, uiterlijk en kledingkeuzes – en voornamelijk de reacties van mensen op al deze zaken.
Jung maakte zich zorgen over deze trend, een trend die een eeuw later nog steeds actueel is, omdat dit zeker niet de meest gezonde manier is van leven. In Psychologie en Religie schreef hij er het volgende over:
“De mens wiens belangen allemaal buiten zijn, is nooit tevreden met wat nodig is, maar hunkert voortdurend naar iets meer en beters dat hij, trouw aan zijn vooringenomenheid, altijd buiten zichzelf zoekt. Hij vergeet volledig dat hij, ondanks al zijn uiterlijke successen, innerlijk dezelfde blijft. Het is duidelijk dat de uiterlijke levens van mensen veel meer verbetering en verfraaiing kunnen gebruiken, maar die dingen verliezen hun betekenis als de innerlijke mens er geen gelijke tred mee houdt."
Nee, Jung was zeker niet iemand die van mening was dat alleen innerlijke genoegdoening het hogere doel zou moeten zijn. Wat Jung wel belangrijke achtte is dat we zowel naar vooruitgang moeten streven in onze ‘interne’ en ‘externe’ wereld. Want al die externe successen alleen stellen niks voor, en kan men zien als een façade, als de ‘interne’ wereld ook niet mee groeit. Want sociale status, oneindig veel geld en bezit zullen helaas onze mentale problemen twisten en leegte niet oplossen.
Hij zag dit dan ook als de ‘ziekte van de Westerse mens’. Het consumentengedrag werd een soort van compensatiegedrag voor psychologische leegte:
“Verzadigd zijn met de' noodzakelijke dingen '[van extern succes] is ongetwijfeld een onschatbare bron van geluk, maar toch blijft de innerlijke mens zijn aanspraak maken, en dit kan niet worden vervuld door uiterlijke bezittingen. En hoe minder deze stem wordt gehoord in de jacht op de schitterende dingen van deze wereld, des te meer wordt de innerlijke mens een bron van onverklaarbaar ongeluk en onbegrijpelijk ongeluk te midden van levensomstandigheden waarvan de uitkomst naar verwachting totaal anders zou zijn. De externalisering van het leven verandert in ongeneeslijk lijden, omdat niemand kan begrijpen waarom hij aan zichzelf zou moeten lijden. Dat is de ziekte van de westerse mens.”
Zowel Jung als Aurelius zagen dat mensen soms te veel gefocust zijn op de ‘externe wereld’. Aurelius zag dat het probleem lag in het feit dat we ons soms te veel laten sturen door de mening van anderen op alledaagse zaken - dat we teveel dachten aan onze status. Jung voegde hier nog aan toe dat we naast sociale status ook materiële zaken verafgoden in de hoop dat we mentale genoegdoening ervaren.
Jung en Aurelius stellen beiden dat we af en toe meer tijd moeten besteden aan onszelf. En dan met name op de vraag wat wij zelf belangrijk achten. Natuurlijk moet je niet met oogkleppen op lopen en de mening van anderen altijd maar negeren, maar je moet nooit uit het oog verliezen wat je diep van binnen denkt en voelt. Want sociale status en materieel bezit alleen gaan je echt niet gelukkiger maken. (Foto: Wiki Commons)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties