Mindfulness is populair door de vele gezondheidsvoordelen als het verminderen van stress en angst, terwijl het emotionele welzijn toeneemt. Er is veel wetenschappelijk onderzoek dat deze voordelen ondersteunt. Maar hoe beïnvloedt mindfulness het scala aan menselijk gedrag - zogenaamd prosociaal gedrag - dat mogelijk andere mensen kan helpen of ten goede kan komen? Wat gebeurt er als het onderzoek naar buiten kijkt naar de sociale effecten van mindfulness in plaats van naar binnen naar de persoonlijke effecten?
Een nieuwe studie van onderzoekers van de Universiteit van Buffalo toont de verrassende keerzijden van mindfulness én geeft eenvoudige manieren om die gevolgen te minimaliseren. De onderzoekers, waaronder Shira Gabriel, PhD, een universitair hoofddocent psychologie en afgestudeerde studenten C. Dale Morrison, Esha Naidu en Lauren M. Ministero, gebruikten een twee-experimentele serie voor hun studie.
Experimenten
Eerst maten ze bij 366 deelnemers de karakteristieke niveaus van onafhankelijkheid versus onderlinge afhankelijkheid, voordat ze de controlegroep een mindfulness-instructie gaven. Voor ze vertrokken, werden de deelnemers geïnformeerd over vrijwilligers mogelijkheden om enveloppen te vullen voor een liefdadigheidsinstelling. In dit experiment leidde mindfulness tot verminderd prosociaal gedrag bij degenen die de neiging hadden onafhankelijk te zijn.
In het volgende experiment werden 325 deelnemers, in plaats van een karaktertrek simpelweg te laten meten, aangemoedigd om naar de ene of de andere kant over te hellen door een korte maar effectieve oefening te doen die mensen ertoe aanzet zichzelf te zien in termen van onafhankelijkheid of afhankelijkheid. De mindfulnesstraining en de controleprocedures waren dezelfde als bij het eerste experiment, maar in dit geval werd de deelnemers achteraf gevraagd of ze zich zouden aanmelden om online te chatten met potentiële donoren om geld in te zamelen voor een liefdadigheidsorganisatie.
Afhankelijk en onafhankelijk
Mindfulness maakte dat degenen die neigde naar onafhankelijkheid drieëndertig procent minder geneigd waren vrijwilligerswerk te doen, maar leidde tot een veertig procent grotere kans op vrijwilligerswerk voor dezelfde organisatie bij degenen die naar afhankelijkheid neigde. De resultaten suggereren dat het koppelen van mindfulness aan instructies om mensen aan zichzelf te laten denken in termen van hun relaties en gemeenschappen terwijl ze mindfulness-oefeningen doen, ervoor kan zorgen dat ze zowel positieve persoonlijke als sociale uitkomsten zien.
‘Mindfulness kan je egoïstisch maken’, zegt Michael Poulin, PhD, een universitair hoofddocent psychologie aan het UB College of Arts and Sciences en de hoofdauteur van het artikel. ‘Mindfulness verhoogde prosociale acties voor mensen die geneigd zijn zichzelf als meer onderling afhankelijk te zien. Echter, voor mensen die geneigd zijn zichzelf als meer onafhankelijk te zien, verminderde mindfulness eigenlijk prosociaal gedrag.’
Een hulpmiddel, geen recept
De resultaten, gepubliceerd in Psychological Science, klinken tegenstrijdig gezien het feit dat mindfulness in de huidige wereld wordt gezien als een ondubbelzinnig positieve mentale toestand. Maar de boodschap hier is niet een die de effectiviteit van mindfulness ontmantelt. ‘Dat zou een oversimplificatie zijn’, zegt Poulin, een expert in stress en prosociale betrokkenheid. ‘Onderzoek suggereert dat mindfulness werkt, maar deze studie toont aan dat het een hulpmiddel is, geen recept, dat meer vereist dan een plug-and-play aanpak als beoefenaars de potentiële valkuilen willen vermijden.’ (Foto: Pexels/Marta Wave)
Plaats reactie
0 reacties
Je bekijkt nu de reacties waarvoor je een notificatie hebt ontvangen, wil je alle reacties bij dit artikel zien, klik dan op onderstaande knop.
Bekijk alle reacties