Onderzoekers vinden verband tussen vetzuren in navelstrengbloed en autisme

Onderzoekers hebben een significante link gevonden tussen de niveaus van specifieke dihydroxy vetzuren in navelstrengbloed (umbilical cord blood) en symptomen van autismespectrumstoornis (ASS). Hun bevindingen benadrukken de rol van deze metabolieten in het ontwikkelingsverloop van autisme en kunnen de weg vrijmaken voor vroege diagnostische technieken en een beter begrip van de pathofysiologie van autisme.

Autisme is een neuro-ontwikkelingsstoornis die het leervermogen en sociaal gedrag van mensen beïnvloedt. Hoewel het bewustzijn over autisme de afgelopen decennia is toegenomen, zijn veel aspecten van de stoornis nog niet goed begrepen, wat veel ruimte laat voor verder onderzoek. Huidige bewijzen wijzen op neuroinflammatie als een belangrijke factor in de ontwikkeling van autisme.

Eerdere studies in muismodellen van autisme hebben gesuggereerd dat poly-onverzadigde vetzuren (PUFA) en hun metabolieten tijdens de zwangerschap een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van autisme. PUFA-metabolieten gereguleerd door cytochroom P450 (CYP) beïnvloeden de foetale ontwikkeling bij muizen en veroorzaken aandoeningen die nauw verbonden zijn met autisme-symptomen. Het is echter onduidelijk of dit ook geldt voor mensen en vereist verder onderzoek.

Het onderzoek

Om deze kenniskloof aan te pakken, analyseerde een Japans onderzoeksteam de CYP-PUFA-niveaus in navelstrengbloedmonsters van pasgeborenen. Hun studie, gepubliceerd op 23 juli 2024 in Psychiatry and Clinical Neurosciences, werpt licht op de mogelijke oorzaken van autisme. De onderzoekers onderzochten het verband tussen PUFA-metabolieten in navelstrengbloed en autisme-scores bij 200 kinderen.

Na zorgvuldige statistische analyses identificeerden de onderzoekers een verbinding in navelstrengbloed met sterke implicaties voor de ernst van autisme, namelijk 11,12-dihydroxyeicosatrieenzuren (diHETrE), een dihydroxy vetzuur afgeleid van arachidonzuur. Hogere niveaus van 11,12-diHETrE beïnvloedden sociale interacties, terwijl lage niveaus van 8,9-diHETrE repetitief en restrictief gedrag beïnvloedden, vooral bij meisjes.

Deze bevindingen suggereren dat de dynamiek van diHETrE tijdens de foetale periode belangrijk is in het ontwikkelingsverloop van kinderen na de geboorte. Het meten van diHETrE-niveaus bij de geboorte kan mogelijk de kans op autisme-ontwikkeling voorspellen. Het remmen van diHETrE-metabolisme tijdens de zwangerschap zou een veelbelovende route kunnen zijn voor het voorkomen van autisme-kenmerken bij kinderen, hoewel meer onderzoek nodig is.